Wat is ondertussen de stand van zaken in verband met tweetalige klassen in een reguliere school?
Er zijn momenteel 35 gezinnen die expliciet interesse hebben in dit onderwijsprogramma. Dit aantal verdubbeld sinds vorig jaar december. Dit zijn gezinnen van horende ouders met dove kinderen, dove ouders met horende kinderen en dove ouders met dove kinderen. In totaal gaat het om 44 kinderen tussen 0 en 5 jaar oud: 27 dove kinderen, 15 CODA’s (Children Of Deaf Adults), 2 horende broers/zussen. Daarnaast zijn er ook nog 3 baby’s op komst.
Deze 35 gezinnen zijn opgedeeld in drie verschillende werkgroepen, met name een werkgroep voor regio Brugge, een werkgroep voor regio Gent en een werkgroep voor de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen. De locatie voor deze laatste werkgroep is nog niet uitgekozen, maar het gaat in de richting van Zuid-Antwerpen. Deze ouders zijn bezig met het contacteren van scholen.
Welke scholen/steden/regio’s uiteindelijk kunnen doorgaan voor dit project, hangt van verschillende factoren af.
Eén van de factoren is hoeveel middelen de overheid hiervoor zal inzetten. Ook het aantal bekwame leerkrachten en in welke regio(‘s) zij bereid zijn les te geven is bepalend.
Verder zijn er verschillende belangrijke factoren die bepalend zullen zijn voor waar deze klassen zullen worden georganiseerd. Deze factoren zijn onder andere het aantal gezinnen, het aantal kinderen, een goede mix van dove en horende ouders, een goede mix van dove en horende kinderen in de tweetalige klassen, de bereikbaarheid van de school, de openheid en het engagement van de school, beschikbaarheid van lesruimte, etc.
Dat betekent dus dat zowel ouders als Doof Vlaanderen actief bezig zijn met de voorbereidingen voor deze tweetalige klassen. Als er nieuws is, wordt deze zeker gedeeld.