Inclusief onderwijs met klassen met onderwijstalen VGT en Nederlands - algemene informatie

Nu je onze droom kent, vraag je je waarschijnlijk af hoe we dit in de praktijk zien? We gaan in ieder geval niet over één nacht ijs. De uitwerking van het model is gebaseerd op onderzoek.

Peter en Debbie (horende ouders van twee dove en twee horende kinderen): “Wij hebben gekozen voor buitengewoon onderwijs omdat daar het aanbod van gebarentaal was. Waarom wij wel voor regulier onderwijs zouden kiezen is dat onze kinderen dan een grotere kans hebben om hun diploma te halen.”
Getuigenis mama Debbie & papa Peter

Klassen waar de onderwijstalen Vlaamse Gebarentaal en Nederlands zijn, zien we georganiseerd in een reguliere school. De klassen volgen dus de onderwijsvoorwaarden en het curriculum van het gewoon onderwijs. Op het einde van de rit behalen alle kinderen in de school een evenwaardig getuigschrift basisonderwijs. Basisonderwijs, want daar is waar we starten: kleuterklassen en het lager onderwijs.

Benny (doof – 3e leerjaar in reguliere basisschool): “Dit is mijn droom. (…) De leerkracht is ook doof en kan zeer goed gebarentaal. Iedereen in de klas kan ook gebarentaal.”
Getuigenis dove leerling Benny

In de klassen met onderwijstalen Vlaamse Gebarentaal en Nederlands staat een gediplomeerde leerkracht voor de klas die zelf beide talen perfect beheerst en idealiter doof is. In deze klassen zitten dove kinderen, hun broers en zussen, en horende kinderen van dove ouders samen. De voer- en instructietalen zijn Vlaamse Gebarentaal en (geschreven) Nederlands. Er wordt in beide talen gecommuniceerd en er wordt in en over beide talen geleerd. Ze worden op gelijke voet aangeboden en verwerkt in het hele klasgebeuren. Thema’s met betrekking tot doof zijn, zijn een onlosmakelijk onderdeel van het hele curriculum.

Aangezien deze klassen deel uitmaken van een reguliere school zijn er parallel aan de klassen met onderwijstalen Vlaamse Gebarentaal en Nederlands, ook klassen waar Nederlands (gesproken en geschreven) de onderwijstaal is. In die klassen krijgen horende kinderen les van een gediplomeerde horende, Nederlandstalige leerkracht.

Aparte klassen, maar toch inclusie? Ja! Voor dit model is uitwisseling en het ‘samenleven en samen leren’ idee belangrijk. Vandaar dat er aandacht is voor gemeenschappelijke momenten tussen de klassen, de kinderen, de leerkrachten en de hele schoolgemeenschap.

Denk hierbij aan lessen Vlaamse Gebarentaal, thema’s rond doof zijn, projectwerk rond algemene onderwerpen waarbij verschillende klassen en leerkrachten samenwerken.

Dit is de ideale voedingsbodem om sensibiliserend te werken aan wederzijds bewustzijn, begrip en respect.  Iedereen leert omgaan met diversiteit en creatief gebruik te maken van verschillende manieren van communiceren waarbij het welbevinden en de ontwikkeling van het kind centraal staat.

Wil je meer informatie over het model in de school? Klik door:

Ik ben een school en geïnteresseerd