Veelgestelde vragen

Welkom op deze pagina!

Deze FAQ (Frequently Asked Questions) dient om een antwoord te bieden op de meest gestelde vragen. Hieronder zie je verschillende vragen. Als je telkens klikt op de vraag, krijg je een antwoord te zien in Vlaamse gebarentaal. Daarnaast vind je een tekst met de vertaling in het Nederlands. Grote kans dat jouw vraag hiertussen staat met het antwoord!

Hoe is het idee van inclusieve klassen ontstaan?

Op dit moment krijgen dove kinderen op reguliere scholen geen onderwijs met Nederlands en Vlaamse Gebarentaal. Hun horende broers en zussen en horende kinderen van dove ouders hebben ook geen toegang tot Vlaamse Gebarentaal in het onderwijs. Dankzij een subsidieproject van de minister van Gelijke Kansen, hebben we een verkennend onderzoek gedaan naar welk onderwijs het best past voor deze groep kinderen en die haalbaar is in Vlaanderen. Dit onderzoek duurde 1 jaar, van oktober 2014 tot oktober 2015. We zijn op bezoek gegaan naar buitenlandse scholen, hebben leerkrachten en ouders bevraagd in de vorm van focusgroepen en hebben diepgaande gesprekken gevoerd met experten. Daaruit kwam naar boven wat voor onze Vlaamse situatie het best zou werken: inclusieve klassen met Nederlands en VGT in één of meerdere reguliere scholen.

Waar vind ik informatie over de inclusieve klassen?

Alle informatie, nieuws, filmpjes, etc. zijn verzameld op één pagina: https://www.doof.vlaanderen/inclusieveklassen.

Wat is een korte samenvatting van het model?

Het model ziet eruit als volgt: in één of meerdere reguliere scholen worden er nieuwe inclusieve klassen opgestart, met Vlaamse Gebarentaal als voer- en instructietaal. In deze klassen zitten er dove kinderen, hun horende broers en zussen, en horende kinderen van dove ouders. Idealiter zijn dove kinderen in de meerderheid. Ze krijgen les van een (liefst dove) leerkracht die zowel de Vlaamse Gebarentaal als het Nederlands machtig is. Leer hier meer over het inclusief onderwijsmodel.

Leren de leerlingen en leerkrachten van de reguliere klassen ook Vlaamse Gebarentaal?

De leerlingen in de reguliere klassen krijgen 1 à 2 lesuren Vlaamse Gebarentaal als vak aangeboden. Van de leerkrachten van de reguliere klassen wordt er verwacht dat zij openstaan om VGT te leren. We verwachten niet dat deze leerlingen en leerkrachten vloeiend Vlaamse Gebarentaal kunnen. Wat we wel verwachten is dat alle leerkrachten, leerlingen, medewerkers en leidinggevenden een positieve houding hebben ten opzichte van Vlaamse Gebarentaal en Nederlands.

Hoe komen leerlingen van de inclusieve klassen in contact met leerlingen van de reguliere klassen?

Er worden gemeenschappelijke lesmomenten, projecten en uitstappen georganiseerd. Alle leerlingen hebben ook een gemeenschappelijke speelplaats. Op deze manier leren alle leerlingen omgaan met diversiteit en leren ze creatief gebruik te maken van verschillende manieren van communiceren, zoals gestures gebruiken, Vlaamse Gebarentaal, spreken, tekenen en schrijven. 

Hoe leren de kinderen Nederlands?

Sommige ouders zijn bezorgd dat als hun kinderen les volgen in de inclusieve klassen, zij onvoldoende Nederlands zullen leren. We begrijpen die bezorgdheid. Om een taal goed te kennen of leren, moet je maximaal contact hebben met deze taal. Deze onderwijsvorm zet zich in voor onderwijs in zowel Vlaamse Gebarentaal als Nederlands. We blijven alert voor een maximaal aanbod van beide talen. Bij de selectie van leerkrachten en het ontwikkelen/zoeken/selecteren van leermateriaal zullen we aandacht hebben voor zowel VGT als Nederlands. Ook volgen we bij de kinderen de taalontwikkeling van beide talen op de voet en volgen we adviezen vanuit wetenschappelijke hoek.

Welke rol heeft de Vlaamse dovengemeenschap binnen dit onderwijs?

Specifiek binnen het inclusief onderwijs is het belangrijk dat er ook een communicatiebrug bestaat tussen het inclusief onderwijsprogramma en de Vlaamse dovengemeenschap. Dit is namelijk de cultureel-linguïstische gemeenschap waar de kinderen op latere leeftijd naartoe (kunnen) gaan. De leden van deze gemeenschap kunnen hun ervaring en kennis delen en rolmodellen zijn voor de leerlingen uit het tweetalig onderwijs.

Waar komen de inclusieve klassen?

De klassen zullen op één, twee of maximaal drie reguliere scholen worden georganiseerd. Dit kleine aantal heeft te maken met de haalbaarheid: de groep kinderen moet groot genoeg zijn en er zijn weinig leerkrachten beschikbaar die zouden kunnen lesgeven in deze klassen.

De locatie van de klassen is afhankelijk van veel verschillende factoren. Zo is het belangrijk dat de locatie goed en gemakkelijk bereikbaar is, dat er voldoende kinderen zijn om een startende klas samen te stellen, dat er leerkrachten beschikbaar zijn. De overheid zal criteria opstellen waaraan de school moet voldoen om toestemming te krijgen om deze klassen te organiseren.

Hoeveel kinderen moeten er zijn voor een startende klas?

We hebben hier geen minimum of maximum aantal kinderen vooropgesteld. Hoe meer, hoe beter. In het regulier onderwijs wordt er per kind een aantal lestijden gerekend. Om een voltijdse leerkracht aan te werven, heb je dus een grote klas nodig. Voor deze inclusieve klassen is de normale berekening niet haalbaar. Wij vragen dus aan de overheid om een afwijking van de normale berekening. Tolken Vlaamse Gebarentaal voor vijf kinderen in verschillende scholen, kost bovendien evenveel als het aanwerven van een leerkracht.

Zijn er al leerkrachten voor de klassen?

Er zijn een aantal leerkrachten die goed Nederlands en VGT kunnen, met een diploma voor leerkracht kleuteronderwijs of lager onderwijs. Er zijn ook een aantal dove mensen die momenteel een lerarenopleiding volgen. Wanneer duidelijk is op welke school/scholen de klassen worden georganiseerd, zal er een vacature opengesteld worden. Leerkrachten kunnen zich dan kandidaat stellen. We weten al dat bepaalde leerkrachten interesse hebben in de job.

Zullen de leerkrachten bijscholingen krijgen?

Ja, wij willen inzetten op bijscholing vóór de start van de klassen en op permanente vorming als de klassen opgestart zijn. Ook vinden we het belangrijk dat leerkrachten op studiebezoek kunnen naar buitenlandse scholen met soortgelijke onderwijssystemen.

Wat is ouderbetrokkenheid? Wat is ouderparticipatie?

Niet alleen de school, maar ook jij als ouder hebt een invloed op het schoolsucces van je kind. Je kan als ouder op verschillende manieren betrokken zijn bij het schoolgebeuren. Ouderbetrokkenheid is interesse tonen in het schoolgebeuren van je eigen kind. Dit gebeurt meestal thuis. Ouderparticipatie is wanneer je als ouder een concreet engagement aangaat dat het belang van je eigen kind overstijgt. Dit gebeurt meestal op school. Het doel is om in dialoog te gaan met alle ouders van de school en de school zelf en samen te werken.

Hoe kom je tot geslaagde ouderparticipatie?

Scholen en ouders willen allebei het beste voor het kind. Ze vormen dus automatisch een partnerschap met een gemeenschappelijk doel. Hoe ze dat partnerschap invullen, hebben ze (soms zonder te beseffen) zelf in de hand. Sleutelbegrippen zijn; volledig, eerlijk en transparant communiceren; duidelijke en wederzijdse afspraken maken; deze twee zaken leiden tot elkaar vertrouwen en zich kunnen inleven in de positie van de ander.

Welke rol kan jij als ouder spelen in de ouderparticipatie?

Participeren aan het schoolgebeuren is een organisch gebeuren. Je neemt eens deel aan een activiteit en vindt het een leuke ervaring, Je vertelt over die ervaring en zo motiveer je anderen om mee te werken. Je wil zelf iets organiseren. Vervul je ouderparticipatie vooral op een manier waarop jij je goed voelt. Elke manier van participeren is nodig en elke vorm ervan is evenwaardig. Laat de school (en andere ouders) wel weten wat je wil of kan betekenen voor de school.

Wat zijn klasouders? Wat zijn brugfiguren?

Klasouders zijn één of twee ouders per klas die ervoor zorgen dat de afstand tussen de school en de ouders kleiner wordt. Ze stimuleren betrokkenheid van andere ouders door hen aan te spreken, ze overleggen regelmatig met de (klas)leerkracht. Een brugfiguur maakt de brug tussen de school, de gezinnen en de buurt.

Op welke manier willen jullie de ouderwerking van de inclusieve klassen organiseren t.a.v. de bestaande ouderwerking?
  • één ouderwerking voor de hele school
  • één ouderwerking voor de hele school en één extra ouderwerking die zich specifiek toespitst op de inclusieve klassen
  • twee gescheiden ouderwerkingen: één voor de reguliere klassen en één voor de inclusieve klassen

Met een goede communicatiebrug tussen beide initiatieven.

Welke juridische structuur is volgens jullie de meest wenselijke voor de ouderwerking van de inclusieve klassen?

Je kan kiezen voor een kring van ouders en sympathisanten, ofwel een oudercomité, eventueel een ouderraad. Algemeen is het belangrijk om transparant en veelvuldig te (blijven) communiceren over de structuur, het huishoudelijk reglement, het bestuur, de werking, de activiteiten en initiatieven, de openklasdag, de opendeurdag, de toonmomenten, de infoavonden, de oudercontacten, waarvoor ouders bij de werking terecht kunnen enzovoort. Doe dit steeds via zoveel mogelijk kanalen en in beide talen.

Heb je nog andere vragen over ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en/of ouderwerking. Waar kan je terecht?

In Vlaanderen zijn er drie ouderkoepels:

  • GO! ouders:  ouderkoepel van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
  • KOOGO: Koepel van Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs
  • VCOV: ouderkoepel van het vrij onderwijs

De ouderkoepels hebben (nog) geen ervaring met ouderwerking binnen het inclusief onderwijs, maar zullen hier zeker met plezier constructief mee over nadenken.

Hoe blijf ik op de hoogte van de vorderingen van de klassen?

Je kan je inschrijven voor de nieuwsbrief van Doof Vlaanderen of de Facebookpagina van Doof Vlaanderen volgen. Bij vragen mag je steeds contact met ons opnemen (inclusiefonderwijs@doof.vlaanderen).