Tweetalige klassen (NL-VGT): voor wie?

Marieke Kusters is volop bezig met de voorbereidingen van het opstarten van tweetalige klassen (NL-VGT) in een reguliere school. Ze zal regelmatig een vlog posten om veelvoorkomende vragen te beantwoorden, onduidelijkheden uit te klaren en om de stand van zaken te delen. 

Er werden zes verschillende infomomenten georganiseerd over dit model, in Vlaanderen. Binnen dit model zijn er twee soorten klassen, namelijk de ééntalig klassen (NL) en de tweetalige klassen (NL-VGT). Het was niet altijd helemaal duidelijk welke klassen voor wie zijn bedoeld. In de ééntalige klassen (NL) zitten horende kinderen die geen rechtstreekse link hebben met dove mensen. Dit zijn kinderen die hier al naar school gaan, aangezien dit een reguliere school is. Deze kinderen krijgen les in het Nederlands, met Vlaamse Gebarentaal als extra vak.

In de tweetalige klassen worden Vlaamse Gebarentaal en Nederlands gelijkwaardig aangeboden. Deze zijn bedoeld voor zowel dove kinderen, voor hun horende broers en zussen als voor horende kinderen van dove ouders. Dat betekent dat horende kinderen die les volgen in de tweetalige klassen, een doof familielid hebben (een ouder of broer/zus). 

De kinderen uit de ééntalige klassen (NL) en tweetalige klassen hebben af en toe ook samen les. Idealiter werken ze dan samen rond een bepaald project, bijvoorbeeld rond het thema 'zomer'. Kinderen worden dan aangemoedigd om samen te werken en om te communiceren met elkaar.